Hoeveel levert een investeringspand op?
Door de historisch lage rentes op de dag van vandaag gaan steeds meer mensen een lening aan voor een pand dat ze verhuren. Zo’n lening is fiscaal interessant, maar wat levert het nu op? We begeleiden u stap voor stap hoe u uw investeringspand aangeeft in uw belastingaangifte.
Voor de verhuur van een woning of appartement krijgt u een belastingvoordeel op de lening. Dit belastingvoordeel is niet hetzelfde als voor uw gezinswoning. Maar niet iedereen kan van dit voordeel genieten. Als u al een lening hebt voor uw gezinswoning en daarvoor van een gewestelijk belastingvoordeel geniet, zal u wellicht geen voordeel halen uit de kapitaalaflossingen van een lening voor investeringspand. Er wordt altijd voorrang gegeven aan de gewesten. Alleen de betaalde intresten kunnen nog een fiscaal voordeel opleveren.
Belastingvoordeel voor uw investeringspand
Een lening voor een investeringspand geeft u een belastingvoordeel op twee vlakken. Enerzijds voor de betaalde intresten en anderzijds voor de kapitaalaflossingen en eventuele premies voor een levensverzekering.
1. Investeringspand: intresten
Naast uw gezinswoning dient u ook ander vastgoed verplicht in uw belastingaangifte op te nemen in vak III. Naargelang het gebruik zijn dat het kadastraal inkomen en/of de huurinkomsten. Met deze intrestaftrek worden de betaalde intresten van de aangegeven onroerende inkomsten afgetrokken. Hierdoor betaalt u minder of zelfs geen belastingen op het vastgoed. Dit houdt niet enkel het gefinancierde vastgoed in, maar ook het onroerend inkomen van alle woningen (uitgezonderd uw gezinswoning).
Zo geeft u dit aan in uw belastingaangifte:
Voor dit type belastingvoordeel is het niet verplicht om uw lening te waarborgen met een hypothecaire lening. De intrestaftrek vraagt u aan in vak IX C.3 bij de code 1146/2146.
2. Investeringspand: kapitaalaflossingen en schuldsaldoverzekering
Indien u een fiscaal voordeel wilt halen uit de kapitaalaflossingen van een hypothecaire lening en de premies voor uw schuldsaldoverzekering, moet uw lening wel gewaarborgd zijn met een hypotheek. Dit type van betalingen geven recht op de federale belastingvermindering voor het langetermijnsparen. Let op: het bedrag dat een fiscaal voordeel oplevert, heeft een dubbele begrenzing.
Het maximale bedrag dat u kunt storten voor langetermijnsparen is variabel: het bedraagt 176,40 euro + 6% van uw jaarlijks belastbaar beroepsinkomen, met een maximum van 2.350 euro voor het inkomstenjaar 2019. Met dit bedrag kunt u genieten van een belastingvermindering van maximaal 30%.
Bovendien voert de fiscus nog een beperking door in functie van uw beroepsinkomen, dit heeft een absoluut plafond van € 2.350. Tot dat bedrag van €2.350 kunt u van een belastingvermindering van 30% genieten, wat maximaal jaarlijks € 705 per persoon oplevert. Let op, dit is exclusief de gemeentebelasting.
Zo geeft u dit aan in uw belastingaangifte:
De kapitaalaflossingen geeft u aan in vak IX in de rubriek C.4 bij de code 1358/2358. De betaalde premies voor een schuldsaldoverzekering dient u in te vullen in de rubriek C.5 bij de codes 1353/2353 of 1354/2354 (dit is afhankelijk van het jaar waarin u uw lening hebt aangegaan).
Bron: De Tijd
Lees hier meer over het aflossingsvrij krediet, het bulletkrediet